bijzondere rechten

het tweede deel van de theorie van de natuurlijke rechten bestaat uit bijzondere rechten. Er zijn niet-consensuele en consensuele bijzondere rechten. Niet-consensuele speciale rechten, zoals de naam al doet vermoeden, vereisen geen toestemming tussen twee personen.

het belangrijkste verschil is daarom toestemming. De relatie tussen een ouder en een kind is van die aard. Locke stelt echter duidelijk dat niet iedereen niet-consensuele rechten kan uitoefenen., Een persoon die geen ouder is, kan deze bijzondere rechten uiteraard niet uitoefenen. De relatie is niet gekozen en daarom is toestemming niet nodig. Het recht om eigendom te verwerven en het recht om te straffen zijn bijkomende voorbeelden van niet-consensuele rechten.

consensuele bijzondere rechten zijn daarentegen rechten die gebaseerd zijn op toestemming. In zekere zin is het een regeling met andere individuen waarin macht wordt overgedragen aan een andere persoon of autoriteit, zoals politieke rechten. Er bestaan bijvoorbeeld consensuele rechten als onderdeel van een overeenkomst tussen twee personen aan wie deze rechten toebehoren.,

een ander belangrijk element van Locke ‘ s theorie van natuurlijke rechten is dat het de naam natural draagt. Volgens Locke zijn die rechten natuurlijk omdat ze pre-politiek zijn, dat wil zeggen dat iedereen in de staat van de natuur er recht op heeft.

Pre-politiek is de staat van de natuur die ontstaat vóór elke vorm van politieke autoriteit. Locke ‘ s natuurlijke rechten zijn dus in zekere zin vergelijkbaar met de hedendaagse mensenrechten.

Er moet echter een belangrijk onderscheid worden gemaakt. Natuurlijke rechten gaan vooraf aan morele en culturele conventies., Locke ‘ s hele lijn van argument over natuurlijke rechten berust op de veronderstelling dat zelfs zonder morele en culturele conventies, en rechten die zich voordoen in de staat van politieke autoriteit, mensen nog steeds een aantal natuurlijke rechten zouden hebben die bindend zijn.voor mensen die al het vakmanschap zijn van één Almachtige, en oneindig wijze maker; alle dienaren van één soevereine meester, gezonden in de wereld door zijn orde, en over zijn zaken; ze zijn zijn eigendom, wiens vakmanschap ze zijn, gemaakt om te duren tijdens zijn, niet elkaars plezier., – John Locke

volgens Locke zijn we allemaal het vakmanschap van een almachtige, en oneindig wijze maker. Dus wat deze rechten verder natuurlijk maakt, is dat we er allemaal recht op hebben omdat we onszelf niet bezitten, maar het eigendom van God zijn. Locke doet een beroep op wat mensen gemeen hebben in plaats van wat ze anders maakt.

Locke ‘ s natuurlijke rechten kunnen worden vergeleken met de hedendaagse mensenrechten, maar natuurlijke rechten zijn breder in omvang in zoverre ze minder beperkingen hebben., Locke ‘ s natuurlijke rechten zijn niet het resultaat van politieke, juridische en sociale conventies, maar van onze gemeenschappelijke aard. (Paul Kelly)

Locke benadrukt dat zijn natuurlijke rechten niet zomaar een aanspraak op een recht zijn, maar suggereert dat we door gewoon menselijk te zijn, bepaalde onvervreemdbare rechten hebben die dus pre-politiek zijn.omdat mannen van nature allemaal vrij, gelijk en onafhankelijk zijn, kan niemand zonder zijn eigen toestemming uit deze nalatenschap worden gezet en aan de politieke macht van een ander worden onderworpen., (Tweede verhandeling)

Locke ‘ s theorie van natuurlijke rechten is op een aantal manieren onderzocht. Sommigen zeggen dat zijn theorie van natuurlijke rechten slechts een van plichten is. Hoewel Locke ‘ s theorie plichten omvat, omvat het ook vrijheden. Het recht op leven is bijvoorbeeld een plicht en het recht op eigendom is geen plicht. Het onderscheid is wil, voor zover het recht op leven gepaard gaat met de plicht om het leven van een ander te behouden, terwijl het recht op eigendom niet verplicht tot het bezitten van eigendom.,

het begrip plicht speelt een belangrijke rol in Locke ‘ s verslag van natuurlijke rechten, maar het begrip vrijheid is even belangrijk. De liberale denker Nozick gelooft dat we het recht op zelfmoord hebben, terwijl Locke denkt dat we die vrijheid niet hebben. Zo wordt de noodzaak van zelfbehoud een plicht voor zover we niet het recht hebben om onszelf te doden. Nozick beweert dat mensen zichzelf bezitten en niet mogen worden beschouwd als eigendom van God.