in Johannes 3 ontmoet Jezus een Farizeeër die in Hem gelooft. Jezus begint ook mensen te dopen.,1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21

” All the Books in the Bible “

The Pharisee

John 3 begins with a Pharisee, Nicodemus, visiting to tell Jesus he believes Jesus has been sent by God because of the miracles He has performed., Jezus vertelt hem dat niemand Gods Koninkrijk kan binnengaan zonder wedergeboren te zijn. Nicodemus vraagt hoe men wedergeboren kan worden, en Jezus antwoordt dat de tweede geboorte, in plaats van een menselijke wedergeboorte, een geestelijke wedergeboorte is, door het water en de geest. Wanneer Nicodemus verrast is, vertelt Jezus hem dat alles mogelijk is door de geest, en dat als mensen niet geloven wat ze met hun eigen ogen zien, ze niet zullen geloven wat ze niet zien., Jezus vertelt hem dat hij de enige persoon is die naar de hemel is gegaan, en dat God hem in de wereld heeft gezonden, niet om haar te veroordelen, maar om allen te redden die in Hem geloven als de Zoon van God. Hij zegt dat degenen die weigeren te geloven al veroordeeld zijn.

dopen

Jezus en zijn discipelen gaan dan naar het platteland van Judea en hij begint daar mensen te dopen. Johannes de Doper doopt in Aenon, en zijn volgelingen vertellen hem dat Jezus nu ook doopt en dat mensen naar hem gaan in plaats van naar Johannes. Johannes antwoordt dat hij zelf niet de Christus is, alleen de persoon die gezonden is om hem aan te kondigen., Johannes is dolblij over de aanwezigheid van Jezus en vergelijkt zichzelf met de vriend van de bruidegom die gelukkig is om het geluk van de bruidegom te delen. Johannes vertelt hen dat Jezus uit de hemel is gezonden, en het is gepast dat mensen hem volgen in plaats van Johannes. Johannes gaat verder met te zeggen dat Jezus is gezonden door God, die hem liefheeft en die hem de redding van de mensheid heeft toevertrouwd. Johannes vertelt hen dat iedereen die in Jezus gelooft als de Zoon van God eeuwig leven zal hebben, maar dat iedereen die weigert in Hem te geloven veroordeeld is tot de toorn van God.,

“Previous ChapterNext Chapter”

Johannes hoofdstuk 3 (King James Version)

1 Er was een man van de Farizeeën, genaamd Nicodemus, een heerser over de Joden:

2 dezelfde kwam tot Jezus ‘ s nachts, en zei tot Hem: Rabbi, wij weten dat gij een leraar zijt, afkomstig van God: want niemand kan deze wonderen doen die gij doet, behalve dat God met hem is.3 Jezus antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij een mens wedergeboren wordt, kan hij het koninkrijk Gods niet zien.4 Nicodemus zei tot Hem: Hoe kan een mens geboren worden als hij oud is?, kan hij ten tweeden male in de schoot zijner moeder ingaan, en geboren worden?5 Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar zeg ik u, tenzij een mens geboren wordt uit water en geest, kan hij het koninkrijk van God niet binnengaan.6 wat uit het vlees geboren is, is vlees; en wat uit de Geest geboren is, is Geest.7 verwondert u niet dat ik u gezegd heb, gij moet wedergeboren worden.8 De wind blaast waar hij wil, en gij hoort het geluid ervan, maar kunt niet zeggen waar hij komt, en waarheen hij gaat; alzo is een iegelijk, die uit den Geest geboren is.,9 Nicodemus antwoordde en zeide tot Hem: Hoe kunnen deze dingen zijn?10 Jezus antwoordde en zeide tot Hem: Zijt gij een meester van Israel, en weet gij deze dingen niet?11 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wij spreken dat wij weten, en getuigen dat wij gezien hebben; en gij ontvangt onze getuigenis niet.12 als ik u aardse dingen heb verteld, en gij gelooft niet, hoe zult gij dan geloven, als ik u hemelse dingen vertel?13 en niemand is opgeklommen naar de hemel, dan hij, die uit de hemel nederdaalde, de Zoon des mensen, die in de hemel is.,14 en zoals Mozes de slang in de woestijn ophief, zo moet ook de Zoon des mensen opgeheven worden: 15 opdat een ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.16 Want God had de wereld zo lief, dat hij zijn eniggeboren Zoon gaf, opdat een ieder die in Hem gelooft niet verloren zou gaan, maar eeuwig leven zou hebben.17 Want God heeft zijn zoon niet in de wereld gezonden om de wereld te veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden.,18 Hij die in Hem gelooft, is niet veroordeeld; maar hij die niet gelooft, is reeds veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de naam van de eniggeboren Zoon van God.19 en dit is de veroordeling, dat het licht in de wereld gekomen is, en de mensen hielden meer van duisternis dan van licht, omdat hun daden slecht waren.20 Want een iegelijk, die kwaad doet, haat het licht, en komt niet tot het licht, opdat zijn daden niet bestraft worden.21 Maar wie de waarheid doet, komt tot het licht, opdat zijn daden openbaar worden, opdat zij in God worden gedaan.,22 na deze dingen kwam Jezus en zijn discipelen in het land Judea; en daar bleef hij met hen, en doopte.23 en Johannes doopte ook in Aenon, nabij Salim, omdat daar veel water was; en zij kwamen en werden gedoopt.

24 Want John was nog niet in de gevangenis geworpen.toen rees er een vraag tussen enkele discipelen van Johannes en de Joden over het zuiveren.26 en zij kwamen tot Johannes, en zeiden tot Hem: Rabbi, die met u was over de Jordaan, welken gij getuigd hebt, zie, die doopt, en alle mensen komen tot hem.,27 Johannes antwoordde en zei, een mens kan niets ontvangen, behalve dat het hem uit de hemel gegeven wordt.28 gij zelf getuigt mij, dat ik gezegd heb, ik ben niet de Christus, maar dat ik voor hem gezonden ben.29 hij, die de bruid heeft, is de bruidegom; maar de Vriend des bruidegoms, die staat en hem hoort, verblijdt zich zeer om des bruidegoms stem: Dit is dan mijn blijdschap vervuld.

30 Hij moet toenemen, maar ik moet afnemen.,31 hij die van boven komt, is boven alles: Hij die van de aarde is, is aards, en spreekt van de aarde: Hij die van de hemel komt, is boven alles.32 en wat hij gezien en gehoord heeft, dat Hij getuigt; en niemand ontvangt zijn getuigenis.33 hij die zijn getuigenis heeft ontvangen heeft zijn zegel gezet dat God waar is.34 want hij, dien God gezonden heeft, spreekt de woorden Gods; want God geeft hem den Geest niet met mate.35 de Vader heeft de Zoon lief en heeft alles in zijn hand gegeven.,36 hij die in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven; en hij die de Zoon niet gelooft, zal het leven niet zien; maar de toorn Gods blijft op hem.

“vorige hoofdstuk”