Deze informatie zal u helpen te begrijpen wat patiëntgecontroleerde analgesie (PCA) is en hoe u uw PCA-pomp moet gebruiken.

About PCA

figuur 1. Het PCA

PCA helpt u uw pijn onder controle te houden door uzelf pijnstillers te laten geven. Het maakt gebruik van een computergestuurde pomp om pijnmedicatie in uw ader (genaamd een IV PCA) of in uw epidurale ruimte (epidurale PCA), die in de buurt van uw wervelkolom (zie Figuur 1)., Of u een IV PCA of een epidurale PCA heeft, hangt af van wat u en uw arts beslissen wat voor u geschikt is.

PCA is niet geschikt voor iedereen. Sommige mensen kunnen niet in staat zijn om een PCA-pomp te gebruiken. Voordat u een PCA-pomp krijgt, vertel het uw arts als u zwakte in uw handen heeft of denkt dat u problemen kunt hebben met het indrukken van de PCA-knop. U dient ook uw arts te informeren als u slaapapneu heeft. Dit kan invloed hebben op de manier waarop wij uw medicatie voorschrijven.

als u de PCA-pomp

gebruikt om uzelf pijnstillers te geven, drukt u op de knop die aan de pomp is bevestigd wanneer u pijn heeft (zie Figuur 1)., De pomp stuurt een veilige dosis van de medicatie die uw arts heeft voorgeschreven.

alleen u moet op de PCA-knop drukken. Familie en vrienden mogen nooit op de knop drukken.

De pomp kan op 2 manieren worden geprogrammeerd om u medicatie te geven:

  • indien nodig. Je krijgt je pijnstillers alleen als je op de knop drukt. Het laat je niet meer medicijnen krijgen dan voorgeschreven. De pomp is ingesteld op een bepaald aantal doses per uur.
  • continu. Je krijgt je pijnstillers constant. Dit kan worden gecombineerd met de” indien nodig ” manier., Hierdoor kun je veilig extra doses nemen als je pijn hebt.

vertel het uw arts als de PCA niet helpt tegen uw pijn. U moet uw arts ook vertellen als uw pijn verandert, verergert, anders aanvoelt dan voorheen, of als u pijn voelt op een nieuwe plaats. Uw arts kan de medicatie veranderen in een die beter kan werken voor u.

bijwerkingen

pijnmedicatie die u via een PCA krijgt, kan bijwerkingen hebben.,rovider Als u een van deze problemen heeft:

  • constipatie (minder stoelgang dan normaal)
  • misselijkheid
  • Braken (overgeven)
  • droge mond
  • jeuk
  • veranderingen in uw gezichtsvermogen, zoals het zien van dingen die er niet zijn
  • sufheid, duizeligheid, of verwardheid
  • zwakte, gevoelloosheid, of tintelingen in uw armen of benen
  • moeite met plassen
  • andere bijwerkingen of problemen

uw arts kan uw dosis aanpassen of u een ander medicijn geven met minder bijwerkingen.,