lymfoïde weefsel, cellen en organen waaruit het lymfestelsel bestaat, zoals witte bloedcellen (leukocyten), beenmerg en de thymus, milt en lymfeklieren.
lymfoïde weefsel heeft verschillende structurele organisaties gerelateerd aan zijn specifieke functie in de immuunrespons. De meest georganiseerde lymfoïde weefsels zijn in de thymus en lymfeklieren, die goed gedefinieerde ingekapselde organen met gemakkelijk identificeerbare architecturen. In de milt (een zacht, paarsachtig orgaan dat hoog in de buik ligt), is het lymfoïde weefsel een cilinder van Los georganiseerde cellen die kleine slagaders omringen. In het beenmerg wordt dit weefsel gemengd met de bloedvormende cellen, en geen organisatie is duidelijk.,
het meest diffuse lymfoïde weefsel wordt aangetroffen in de losse bindweefselruimten onder de meeste natte epitheliale membranen, zoals die langs het maagdarmkanaal en de luchtwegen. In deze ruimtes dwalen veel cellen van het lymfestelsel af en worden blootgesteld aan binnenvallende micro-organismen en vreemd materiaal. Zij kunnen gelokaliseerde centra van celproductie in reactie op dergelijke invasies vestigen. Deze worden aangeduid als knobbeltjes en zijn niet te verwarren met knooppunten, een geheel andere structuur., Sommige knobbeltjes worden relatief permanente structuren, zoals de amandelen, bijlage, en de flarden van Peyer, die in de voering van de dunne darm zijn. De meeste knobbeltjes verschijnen en verdwijnen als reactie op lokale behoeften.
verschillende typen cellen zijn opgenomen in het lymfoïde systeem—bijvoorbeeld reticulaire cellen en witte bloedcellen zoals macrofagen en lymfocyten. Reticulaire cellen bieden structurele ondersteuning, omdat ze de dunne netwerken van vezels produceren en onderhouden die een raamwerk zijn voor de meeste lymfoïde organen., Macrofagen helpen indringers te elimineren door vreemde materialen te overspoelen en de immuunrespons in werking te stellen. Deze cellen kunnen worden gefixeerd op één plaats, zoals lymfeklieren, of ze kunnen dwalen in de losse bindweefsel ruimten.
het meest voorkomende celtype in het lymfoïde weefsel is de lymfocyt. Zoals macrophages, worden de lymfocyten gevormd uit stamcellen in het beendermerg en dan in het bloed aan het lymfoïde weefsel gecirculeerd., De lymfocyten van T rijpen in de thymus alvorens aan de andere lymfoïde organen, zoals de milt over te gaan. B-lymfocyten rijpen in het beenmerg en gaan direct naar de lymfoïde organen. Beide soorten spelen een sleutelrol in immuunreacties op infectieuze micro-organismen.
lymfoïde weefsel speelt een centrale rol bij metastase, het proces waarbij kankercellen zich verspreiden naar weefsels ver van de plaats van oorsprong van de tumor. Dit is grotendeels te wijten aan de nabijheid van lymfevaten tot tumormassa ‘ s in organen of andere weefsels van het lichaam., Kankercellen worden gemakkelijk gevangen in lymfeklieren, en dus lymfeklieren kunnen plaatsen van secundaire tumorvorming worden.