immigratie, proces waardoor personen permanent ingezetenen of burgers van een ander land worden. Historisch gezien is het immigratieproces van groot sociaal, economisch en cultureel voordeel geweest voor staten. De ervaring met immigratie is lang en gevarieerd en heeft in veel gevallen geleid tot de ontwikkeling van multiculturele samenlevingen; veel moderne staten worden gekenmerkt door een grote verscheidenheid aan culturen en etniciteiten die zijn afgeleid van eerdere perioden van immigratie.,
staten houden de controle over hun grenzen en zijn daarom in staat het aantal immigranten dat permanent kan blijven te controleren en te bepalen. Dit kan van land tot land verschillen en in sommige gebieden zijn de grenzen opener dan in andere., In 1985 ondertekenden Europese staten bijvoorbeeld in Schengen, Luxemburg, een overeenkomst om de controleposten en controles aan de binnengrenzen af te schaffen, en vervolgens werd het Immigratie-en asielrecht van de Europese Unie (EU) goedgekeurd door de Europese Raad in Tampere, Finland, in 1999. De EU-wetgeving bepaalt dat onderdanen van de Europese Economische Ruimte (eer) het recht krijgen om in andere lidstaten te wonen en te werken (verblijfsrecht). In veel landen geeft dit recht op openbare diensten (huisvesting en sociale diensten, bijvoorbeeld)., In de Verenigde Staten is het mechanisme voor het selecteren van legale immigranten complex, maar alle legale immigratiestromen hebben ten minste drie componenten: familie (echtgenoten, ouders, of kinderen van Amerikaanse burgers), werkgelegenheid (veel verschillende categorieën, met inbegrip van ongeschoolde werknemers en investeerders), en humanitaire (met inbegrip van vluchtelingen en asielzoekers).