een frequentie is het aantal keren dat een gegevenswaarde optreedt. Bijvoorbeeld, als tien studenten scoren 90 in statistieken, dan score 90 heeft een frequentie van 10. Een frequentie is een telling van de voorkomen van waarden binnen een dataset. Cumulatieve frequentie wordt gebruikt om het aantal waarnemingen onder een bepaalde waarde in een gegevensverzameling te bepalen. De cumulatieve frequentie wordt berekend door elke frequentie uit een frequentieverdelingstabel op te tellen bij de som van zijn voorgangers. De laatste waarde zal altijd gelijk zijn aan het totaal voor alle gegevens., Een relatieve frequentie is een frequentie gedeeld door een telling van alle waarden. Relatieve frequenties kunnen worden geschreven als breuken, procenten of decimalen. Cumulatieve relatieve frequentie is de accumulatie van de vorige relatieve frequenties. De laatste waarde zal altijd gelijk zijn aan 1.

hoe voer ik gegevens in als een frequentietabel?

eenvoudig. Eerste type gegevenselementen (gescheiden door spaties of komma’ s, enz.), typ vervolgens f: en schrijf de frequentie van elk gegevensitem verder. Elk element moet een bepaalde frequentie hebben die het aantal getallen voor en na symbool f gelijk moet zijn. Bijvoorbeeld:
1.1 2.5 3.,99
f: 5 10 15

hoe een gegroepeerde gegevens in te voeren?

gegroepeerde gegevens zijn gegevens die worden gevormd door individuele gegevens in groepen samen te voegen, zodat een frequentieverdeling van deze groepen een handig middel is om de gegevens samen te vatten of te analyseren.

groep frequentie
10-20 5
20-30 10
30-40 15

Deze gegroepeerde gegevens kunt u invoeren:
10-20 20-30 30-40
f: 5 10 15

Hoe om gegevens in te voeren als een cumulatieve frequentietabel?,

vergelijkbaar als frequentietabel, maar in plaats daarvan f: type cf: in de tweede regel. Bijvoorbeeld: