De Emergency Severity Index (ESI) is een triagealgoritme op vijf niveaus voor spoedeisende hulp, oorspronkelijk ontwikkeld in 1999. Het wordt onderhouden door het agentschap voor gezondheidszorgonderzoek en kwaliteit (AHRQ).

ESI triage is gebaseerd op de scherpte van de gezondheidsproblemen van patiënten en het aantal middelen dat hun zorg naar verwachting nodig zal hebben. Dit verschilt van gestandaardiseerde triagealgoritmen die in verscheidene andere landen, zoals de Australasian Triage Scale worden gebruikt, die proberen om patiënten te verdelen op basis van de tijd die zij veilig kunnen wachten.,

het begrip “hulpbron” in ESI betekent soorten complexe interventies of diagnostische instrumenten, die verder gaan dan lichamelijk onderzoek. Voorbeelden van middelen zijn X-ray, bloedonderzoek, hechtingen, en intraveneuze of intramusculaire medicijnen. Orale medicijnen en recepten worden specifiek niet beschouwd als middelen door het ESI-algoritme.

de ESI-niveaus zijn genummerd van 1 tot en met 5, waarbij niveau 1 de grootste urgentie aangeeft.,

Stabiel, met meerdere soorten middelen die nodig zijn om te onderzoeken of de behandeling (zoals lab tests plus X-ray imaging) Buikpijn
Hoge koorts met hoesten 4 Minder Dringende Stabiel, met slechts één type bron verwachte (zoals alleen een X-ray, of alleen hechtingen) Eenvoudige snijwonden
Pijn bij het plassen 5 Nonurgent Stabiel, met geen middelen verwachte behalve orale of topische geneesmiddelen, of recepten Uitslag
Recept bijvullen