aanhalingstekens

* 1843′: “How now!”zei Scrooge, “‘ bijtend en koud als altijd., — Charles Dickens “A Christmas Carol * 1843’: De koop niet tot stand zijn gekomen zo gemakkelijk als verwacht zou echter voor Scadder was “‘bijtende en slecht gehumeurd, en doe veel onnodige tegenstand in de weg — Charles Dickens, “Martin Chuzzlewit * 1853’: Madame Beck gewaardeerde mij geleerd en blauw; Miss Fanshawe, “‘de scherpe , ironische en cynische — Charlotte Bronte, “Villette * 1857’:De Secretaris en de Adjunct-Secretarissen zou zeggen weinig “‘bijtende dingen over hem aan de senior bedienden, en leek een beetje te gun hem zijn nieuwe onderscheidingen., – Anthony Trollope, “The Three Clerks * 1886’: this set of worthies, who were only too pron to shut up their emotions with “‘ bijtende woorden. – Thomas Hardy, ” The Mayor of Casterbridge * 1930???’: hoewel hij te laat kwam / om zich bij de martelaren te voegen, was er nog een plaats / onder de verleiders voor een ‘bijtende tong / / om de oplossing van de jongeren te testen / met verhalen over de kleine tekortkomingen van de grote — W. H. Auden, ‘de zoektocht'