de belangrijkste klinische kenmerken die worden gezien in het catatonische subtype van schizofrenie omvatten stoornissen in de beweging van een persoon. Getroffen mensen kunnen een dramatische vermindering van de activiteit vertonen, tot het punt dat vrijwillige beweging stopt, zoals in catatonische stupor. Als alternatief kan de activiteit dramatisch toenemen, een toestand die bekend staat als catatonische opwinding.

andere bewegingsstoornissen kunnen aanwezig zijn met dit subtype., Acties die relatief doelloos lijken maar herhaaldelijk worden uitgevoerd, ook bekend als stereotiep gedrag, kunnen optreden, vaak met uitsluiting van betrokkenheid bij een productieve activiteit.

patiënten kunnen een immobiliteit of resistentie vertonen tegen elke poging om hun uiterlijk te veranderen. Ze kunnen een pose waarin iemand plaatst hen, soms voor langere tijd te handhaven. Dit symptoom wordt soms aangeduid als wasachtige flexibiliteit., Sommige patiënten vertonen aanzienlijke fysieke kracht in weerstand tegen herpositionering pogingen, hoewel ze lijken te ongemakkelijk voor de meeste mensen.

getroffen mensen kunnen vrijwillig ongebruikelijke lichaamshoudingen aannemen, of ongebruikelijke gezichtsconstructies of bewegingen van ledematen vertonen. Deze reeks symptomen wordt soms verward met een andere wanorde genoemd tardieve dyskinesie, die sommige van deze zelfde, vreemd gedrag nabootst., Andere symptomen geassocieerd met de catatonische subtype omvatten een bijna papegaai-achtige herhalen van wat een andere persoon zegt (echolalia) of het nabootsen van de bewegingen van een andere persoon (echopraxie). Echolalia en echopraxia worden ook gezien in het syndroom van Tourette.

Hoe wordt het gediagnosticeerd?

aan de algemene criteria voor een diagnose van schizofrenie moet voldaan zijn., Tijdelijke en geïsoleerde catatonische symptomen kunnen optreden in de context van elk ander subtype van schizofrenie, maar voor een diagnose van catatonische schizofrenie dient één of meer van de volgende gedragingen het klinische beeld te domineren: a. stupor (duidelijke afname in reactiviteit op de omgeving en in spontane bewegingen en activiteit) of mutisme;

  • B. opwinding (schijnbaar doelloze motorische activiteit, niet beïnvloed door externe stimuli);
  • c. houdingen (vrijwillige aanname en handhaving van ongepaste of bizarre houdingen);
  • d., negativisme (een schijnbaar motiveless weerstand tegen alle instructies of pogingen om te bewegen, of beweging in de tegenovergestelde richting);
  • e. rigiditeit (behoud van een stijve houding tegen inspanningen om te bewegen);
  • f. wasachtige flexibiliteit (behoud van ledematen en lichaam in extern opgelegde posities); en
  • g. andere symptomen zoals Commando automatisme (automatische naleving van instructies), en doorzettingsvermogen van woorden en zinnen.,
  • bij mensen die niet communiceren en bij wie het lijkt dat de persoon catatonische schizofrenie heeft, kan de diagnose schizofrenie voorlopig moeten zijn totdat er voldoende bewijs is voor de aanwezigheid van andere symptomen. Houd in gedachten dat niet alle catatonische symptomen betekent dat een persoon schizofrenie heeft. Een catatonisch symptoom kan ook worden veroorzaakt door een organische hersenziekte, metabole stoornissen, of alcohol en drugs, en kan ook af en toe worden gezien in bepaalde stemmingsstoornissen, zoals depressie.